Spelregels Zaalhockey

Zaalregels. Hoe zit het nu?


Het zaalseizoen staat op het punt weer te beginnen. Maar zijn er spelregels veranderd en hoe zit het ook alweer? Hieronder gaan wij de belangrijkste punten nog even benoemen. 


De FIH heeft dit zaalseizoen GEEN nieuwe regels opgesteld. Dit doen ze eigenlijk nooit voor een WK. Wel zijn er door de spelregelcommissie van de KNHB een paar interpretaties gewijzigd. Op volgorde van belangrijkheid:



Verplicht gebruiken van de beschermde pass bij opsluiting in de hoek.

In de zaal kennen we de term “trapping” als opsluiten in de hoek. Een speler in balbezit mag niet opgesloten worden in de hoek van het veld of aan de balk door tegenstanders met hun stick plat op de grond. Tegenstanders moeten een opening laten waar de bal door kan worden gespeeld. Aanvallers die verdedigers opsluiten zonder opening krijgen een vrije push tegen. Verdedigers die aanvallers in de cirkel opsluiten riskeren een strafcorner wanneer ze geen opening laten. Manage deze situaties door de spelers verbaal te helpen door te benadrukken dat ze voldoende ruimte moeten laten. Nieuw dit seizoen is dat de opening ook daadwerkelijk moet worden gebruikt. De eerste pass die wordt gegeven door deze opening is een beschermde pass. Dat betekent dat de tegenstander deze pass/bal niet mag onderscheppen. Na de eerste pass vervolgt het spel zich in vrij spel.


Heel belangrijk bij deze nieuwe interpretatie is dat de scheidsrechter de situatie begeleid. De scheidsrechter begeleidt de spelers om aan te geven waar de ruimte is. Bijvoorbeeld: “zijbalk is vrij” of “achterlijn is vrij”. Echter, na twee keer coachen moet de speler ook handelen naar de aanwijzingen. Gebeurt dit niet, dan begaat de speler een overtreding. Samenvattend: - Spelers die een tegenstander opsluiten begaan een overtreding (vrije push/ strafcorner) - Spelers die de gegeven ruimte niet benutten begaan ook een overtreding (vrije push/ strafcorner) .


Schijnruimte creëren doordat tegenstanders de opening telkens open en dicht doen (spoorboom-effect) is niet toegestaan.


Een klein voorbeeld. Als de verdedigers een opening laten bij de achterlijn, dan moet de aanvaller deze ruimte gebruiken om de pass te kunnen spelen. Als de bal dan in de cirkel wordt gespeeld is de pass beschermt en mag dus niet onderschept worden. Voor het team lijkt


Spelhervatting op de andere helft en het geven van een strafcorner bij geen afstand

Als de spelhervatting op de andere helft wordt genomen en de verdediger op de eigen helft geen afstand houdt, is het net als op het veld een strafcorner. We trekken hiermee de wijziging op het veld door naar de zaal. Wanneer een vrije push wordt toegekend vlak over de middenlijn en een verdediger, die zich op de eigen helft bevindt, staat niet op 3 meter afstand en grijpt in nadat de vrije push is genomen, dan betekent dit dat de scheidsrechter een strafcorner toekent. Er zal geen directe persoonlijke straf worden opgelegd (zoals vorig seizoen het geval was). Bij herhaling is dit wel mogelijk.



Strafcorner management

De nieuwe afspraak rondom het management van de strafcorner wordt ook ingevoerd in de zaal. Wees proactief en manage de situatie net als op het veld. Het uitgangspunt is ook hier dat je zelf de 30 seconden bijhoudt. Stappenplan: - Je fluit voor een SC, tijd loopt gewoon door (dus niet stilzetten!); - Kijk op je horloge naar de tijd; - Tel daar 30 seconden bij op, zodat je weet wanneer het tijd is; - Begeleid de spelers verbaal; - Geef de tijden door: nog 15, 10 en 5 seconden; - Fluit om de strafcorner vrij te geven. Staat iedereen al eerder klaar, dan mag dat al voor het verstrijken van de 30 seconden. In de praktijk zijn er maar weinig problemen met het management van de strafcorner in de zaal. Mochten er spelers zijn die er echt veel te lang over doen om klaar te staan, dan heb je de mogelijkheid om de desbetreffende speler hiervoor te straffen. Net als op het veld volgt eenmaal de waarschuwing, bij een volgende keer volgt een groene kaart. ➔ Bij een re-take vervalt de 30 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen. Het opnieuw bijeenkomen van het aanvallende team op de kop cirkel is niet toegestaan. Manage dit direct bij het aangeven van de nieuwe strafcorner.


Wanneer de tijd na het toekennen van een strafcorner wordt stilgezet (bijvoorbeeld bij een blessure of bij het toekennen van een persoonlijke straf), vervalt de 30 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen.


Wees je ervan bewust dat indien er aan het einde van een helft een strafcorner wordt gegeven de wedstrijdtijd ten einde kan zijn gedurende de strafcorner. De strafcorner gaat echter door totdat volgens regel 13.5 de strafcorner ten einde is. Indien nodig fluit je derhalve de wedstrijd af vlak voor de start van de strafcorner. Let op: De wedstrijdtafel toetert aan het einde van de speeltijd af, ongeacht of dan een strafcorner wordt uitgevoerd. Het is niet de bedoeling om de strafcorner vast te houden om zodoende de wedstrijdtijd te laten verstrijken. Waarschuw de spelers dus als je ziet dat tijdens de strafcorner de tijd verstreken zal zijn. Wanneer dit specifieke geval zich voordoet, dan is de wedstrijd ten einde als volgens het spelreglement de strafcorner ten einde is. - Van de aanvallende partij wordt ook verwacht dat zij binnen 30 seconden klaarstaat om de strafcorner te nemen. Bij het fluitsignaal van de scheidsrechter moet de aangever de bal direct nemen. Het onnodig vertragen van het nemen van de strafcorner wordt bestraft door de aangever weg te sturen. De aangever moet op de andere speelhelft binnen 9,10 meter vanaf de achterlijn plaatsnemen en de strafcorner wordt opnieuw genomen.


Even een opfrisser qua spelregels:


Duur van de wedstrijd:

De duur van de wedstrijden is 2 x 20 minuten met een rust van maximaal 3 minuten. De tijd wordt tijdens een wedstrijd NIET stil gezet.

Alleen bij het geven van een strafbal mag de tijd worden stilgezet. Dus voor een strafcorner niet!!


Wisselen van speelhelft

Na het verstrijken van de eerste speelhelft wisselen de teams van helft. Net zoals op het veld. De scheidsrechters blijven dus staan waar ze staan.


Gebruik beschermende kleding bij strafcorners:

Verdedigers mogen uit veiligheid een masker op bij het verdedigen van een strafcorner. Voor gebruik van het masker geldt dat deze bij de eerste mogelijkheid dat deze veilig afgezet kan worden (m.u.v. de spelhervatting direct na de strafcorner), moet worden afgezet. Aanvullend hierop geldt: • Spelers moeten het masker afdoen zodra de strafcorner is beëindigd. Is er op dat moment geen geschikte mogelijkheid om het masker veilig af te doen, dan mag de speler het masker ophouden, zolang deze zich op de eigen helft bevindt. De speler moet het masker afdoen voordat deze zich op de andere speelhelft begeeft of wanneer deze door de scheidsrechter wordt verzocht om het masker af te doen. • Verdedigers met masker op mogen tot aan de middenlijn hun verdedigende actie afmaken. Komen ze met masker over de middenlijn, dan krijgt de aanvallende partij een vrije push op de plek net over de middenlijn, op de eigen verdedigende speelhelft.


Wanneer de bal na het nemen van de strafcorner vanaf de achterlijn direct doorschiet tot meer dan 3-meter buiten de cirkel (de strafcorner is nu officieel voorbij) mogen verdedigers hun masker uit veiligheid ophouden. Bij de eerste mogelijkheid om deze veilig af te doen, moet het masker direct worden afgedaan.


a. In de praktijk doen spelers alle beschermende kleding direct uit na de strafcorner. Focus als scheidsrechter op het masker. Je hoeft spelers niet te bestraffen als zij nog een handschoen of kniebescherming om hebben na de strafcorner.


b. Een spelhervatting door de verdedigende partij direct na afloop van een strafcorner mag genomen worden met een masker op. Dit mag niet d.m.v. een self-pass. Doet de verdediger dit toch in de cirkel, dan krijgt die partij een strafcorner tegen. Wanneer dit buiten de cirkel gebeurt geef je een vrije push aan de aanvallende partij. Het is een self-pass wanneer de verdediger gaat lopen met de bal. Een tikje + een pass is wel toegestaan.


c. Een spelhervatting door de verdedigende partij direct na afloop van een strafcorner mag worden genomen met een masker op. Er ontstaat echter een nieuwe spelsituatie wanneer de verdediger met masker op na het nemen van de spelhervatting een verdedigende actie maakt (op de eigen helft) op een aanvaller in balbezit. Dit is niet toegestaan dan geef je een strafcorner, ongeacht of dit binnen of buiten de cirkel gebeurt. We geven hier in de cirkel dus géén strafbal voor. In beide gevallen volgt alleen een persoonlijke straf als de aard van de overtreding daartoe aanleiding geeft.


d. Beschermende kleding in het speelveld tijdens de wedstrijd. Tijdens het spel: Wanneer de bal beschermende kleding raakt die in het speelveld ligt, dan wordt er doorgespeeld. Uitzondering hierop is wanneer hierdoor het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend. Tijdens een strafcorner: Wanneer de bal een los stuk beschermende kleding van een verdediger (bijv. een kniebeschermer of een masker) raakt dat in het speelveld ligt, dan wordt het spel hervat met een vrije push als dit buiten de cirkel gebeurt en met een strafcorner als dit binnen de cirkel gebeurt. Wanneer het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend.


Spelen van de bal in de lucht is niet toegestaan!

Volgens regel 9.10 mogen spelers de bal niet spelen wanneer deze in de lucht is. Spelers van het team dat de bal niet omhoog bracht mogen de bal wel stoppen. In het verleden werd het gedoogd wanneer een speler de bal in een vloeiende beweging naar de grond bracht. Dit is niet meer toegestaan en wordt afgefloten. Onder het stoppen van de bal wordt verstaan, het tegenhouden van de bal zonder voorwaartse (of neerwaartse etc.) beweging.


In het blok spelen :

Er is alleen sprake van ‘in het blok spelen’ wanneer een tegenstander al laag zit met de stick voor de voeten en de speler de bal hard/gevaarlijk tegen de stick speelt. Mocht dit het geval zijn dan moet je een persoonlijke straf geven. Ligt de stick niet op de grond of gaat de speler met de stick naar de bal, dan is er geen sprake van ‘in het blok spelen’. Het is dus ook geen overtreding als de bal langs een speler gespeeld wordt of zonder gevaar in een liggende stick gespeeld wordt (bijv. een zacht rollende bal tegen de stick). Wanneer een verdediger de bal in de cirkel ‘in het blok’ speelt dan geef je een strafcorner, geen strafbal. Als een verdediger de bal ‘in het blok speelt’ van buiten de cirkel maar op de eigen helft, dan is het altijd een vrije push en geen strafcorner. De persoonlijke straf is de ‘strafverzwaring’. 


Te hoge bal

In de basis moet de bal in de zaal over de grond gespeeld worden (m.u.v. een schot op doel), maar de bal mag max 10cm omhoog, mits de tegenstander er geen last van heeft. • Wanneer de bal bij het stoppen opspringt kan men door laten spelen als het niet van invloed is op het spel en/of de tegenstander daar geen hinder van ondervindt. Indien bij het stoppen van de bal buiten de cirkel bij een strafcorner de bal omhoog gaat of als de bal over de stick heen rolt (bolle kant), dan fluiten we voor een vrije push voor de verdediging. 


De doelverdediger :

  • Als de bal in de cirkel is mag de doelverdediger de bal staand en liggend spelen. Is de bal of de doelverdediger buiten de cirkel dan mag de doelverdediger de bal niet liggend spelen. Gebeurt dit toch, dan wordt deze overtreding bestraft met een strafcorner.
  • Bal richting de doelverdediger: • Bal gaat laag naar de doelverdediger, bal gaat laag weg van de doelverdediger→ doorspelen.
  • Bal gaat laag naar de doelverdediger, bal gaat hoog weg van de doelverdediger → doorspelen als het niet van invloed is op het spel en/of de tegenstander daar geen hinder van ondervindt, anders een strafcorner.
  • Bal gaat hoog naar de doelverdediger, bal gaat hoog weg van de doelverdediger → beoordelen op gevaar, is er geen gevaar dan spelen we door, is er wel gevaar dan geef je een strafcorner.


Overige regels :

  • Liggend spelen mag niet! Liggend spelen, oftewel 3 of meer steunpunten hebben, is niet toegestaan in de zaal. Voorbeelden van een extra steunpunt zijn: een knie op de grond, hand op de grond (niet zijnde de stickhand).
  • Spelers mogen de bal voortbewegen door de bal te pushen, slaan mag niet in de zaal. Wanneer er bij de voorafgaande beweging meer dan 50cm tussen de bal en de stick zit zien we dat als slaan en dus als overtreding.
  • Voordat de bal door een aanvaller de cirkel in gespeeld mag worden moet deze 3m zijn verplaatst of geraakt zijn door een tegenstander. De bal mag via de balk de cirkel in, maar dan moet de bal eerst 3m hebben gerold, voordat hij de balk raakt.
  • Een verdediger die duidelijk met zijn stick en/of lichaam een pass of looplijn bij de balk dichtzet, moet worden beschermd wanneer een aanvaller de bal hier doorheen wil drukken of spelen. De aanvaller zal een andere weg moeten kiezen, want de weg langs de balk is door de verdediger reglementair afgesloten. Ontstaat er een situatie waarbij spelers de bal samen tussen hun beide sticks blijven klemmen, geven we een bully als dit te lang duurt. Echter, een proactieve begeleidende rol van scheidsrechters kan hier helpen om het spel levend te houden.
  • Een pirouette die door een speler goed wordt uitgevoerd is prachtig zaalhockey en toegestaan. Echter, de pirouette waarbij de speler een halve of hele draai maakt en dan van dichtbij hard op zijn tegenstander (in het blok) speelt is potentieel gevaarlijk en moet wel worden afgefloten (vrije push + persoonlijke straf)! Komt de bal echter ongevaarlijk op de voet van de verdediger dan is dit “gewoon” shoot.
  • De wedstrijd wordt niet stilgelegd voor wissels. Let op: dit betekent dat we de tijd ook niet stilzetten voor een keeperswissel.
  • Een team mag maximaal 2x per wedstrijd zijn volledig uitgeruste doelverdediger (‘keeper’) van het speelveld wisselen voor een zaalspeler. Het uit het speelveld gaan van de keeper telt als wisselmoment. Het is dus ook een wisselmoment wanneer er een aangeklede keeper het speelveld in komt om de strafbal te verdedigen en na de strafbal het speelveld weer verlaat, ondanks het feit dat de tijd hier stil staat. Een keeper wisselen voor een andere keeper telt niet als wisselmoment. Heeft een team zijn aantal wisselmomenten al gebruikt en raakt een in het speelveld staande keeper geblesseerd of wordt deze uit de wedstrijd gestuurd dan is de oplossing deze te vervangen door een andere keeper. Zit deze niet op de bank dan wordt eerst een zaalspeler ingebracht, terwijl buiten het speelveld een vervangende keeper wordt ‘aangekleed’. Zodra deze klaar is, wordt de zaalspeler van het speelveld gehaald en komt de keeper permanent in de wedstrijd. Let op dat het team met een speler minder speelt als het gaat om een persoonlijke straf.
  • De zaal leent zich er uitstekend voor om veel interactie te hebben vóór, tijdens en na de wedstrijd met zowel spelers als begeleiding. Blijf investeren in de ‘relatie’ met de teams en deel elkaars visie over het (zaal)spelletje. Sta open voor andere meningen! In de zaal kun je je verbale managementskills uitstekend gebruiken. Je staat dicht bij de spelers en dicht op het spel, dus gebruik dat in je voordeel. Mocht je willen ingrijpen bij een spelhervatting, zorg er dan voor dat je dit doet vóórdat deze genomen is. Dit voorkomt vertraging en ergernis bij de spelers, dus let op je timing!


Wil je sommige spelsituaties bekijken op Youtube? Gebruik dan deze link

Wil je nog wat uitleg? stel je vragen dan aan de scheidsrechterscommissie


Als laatste vind je hieronder nog een overzicht van overtredingen en eventuele straffen.


Maak er met zijn allen een leuk zaalseizoen van.


Share by: